Naast een overmaats woonzorgcentrum ligt een bouwvallige villa met een al even overmaatse tuin. Diep op het groene bouwterrein had de ontwikkelaar een traditioneel bouwblok voor assistentiewoningen in gedachten. Compact, 3 bouwlagen met een gang en flats aan beide zijden. Daarvoor zouden de waardevolle bomen moeten sneuvelen. En wat met de noord- georiënteerde appartementen die zomaar de achtertuinen van de buren inkijken? En wat met het straatbeeld? … Dit ontwerp werd een oefening in verbindende architectuur en … stedenbouw. We suggereren om over het perceel een doorsteek te realiseren vanaf het WZC en een achterliggende nieuwe woonwijk naar het dorpscentrum. Een missing link voor voetgangers en fietsers om de drukke steenwegen te vermijden. Dit wordt de kapstok van het ontwerp: we rekken het gebouw uit langs de publieke doorsteek over de volle diepte van het terrein. We snijden wat volume weg om het bouwblok op schaal van het binnen gebied te brengen en om alle appartementen van de noordzijde oost of west te oriënteren. Het brengt meteen ook licht en zicht in de gangen die we uitwerken tot een open binnenstraat, met enkele rust- en ontmoetingspunten. Van daaruit heeft men zicht op voetgangers en fietsers op weg naar school, woonzorgcentrum of kerk. Bovendien kan ieder appartement via een keukenraampje voeling houden met deze binnenstraat. We hopen dat deze architectuur uitnodigt tot flaneren en ontmoeten, en – wie weet –zorgt voor wat meer sociale cohesie, onderlinge hulp en zelfredzaamheid. Zo nodigen we 65-plussers uit om zich in te weven in de woongemeenschap en de samenleving rondom. Zo lang als mogelijk.